Beste NCM leden,

Sinds enige tijd laat ik honden uit op het terrein van de Perrera dogs. De kennels daarvan bevinden zich langs de M-3 van Camposol naar Mazarrón, t.h.v. de Country Club. Tot voor kort stond ik er niet zo bij stil wat daar allemaal gebeurde, maar sinds het moment dat ik daar op dat terrein kwam om als vrijwilliger honden uit te laten, werden mijn ogen geopend, door confrontatie met de keiharde werkelijkheid.

Op dit moment zitten er 76 honden in de kennels en ook een paar katten. Qua aantal een paar maar teveel t.o.v. al die andere kennels waar honden in worden opgevangen.

Overweegt u een huisdier (erbij) te nemen, ga hem of haar dan gewoon halen. Ze zijn allemaal plaatsbaar en wachten daar ook op. Ze willen achter die tralies vandaan, wat ze maar 2 x per week mogen tot hun kennel is schoongemaakt. Terug onder dat metalen dak, met als ze geluk hebben een schaduwdoek erboven en genoeg water, maar waarin het desondanks snikheet wordt en het is nog niet eens juli of augustus, zijnde de maanden gedurende welke de temperaturen nog hoger oplopen.

U kunt helpen met donaties (geld of middelen zoals drink/eetbakken, manden of dekens). Zoveel meer honden en katten er worden gehuisvest, zoveel hoger zullen de kosten oplopen. U kunt ook helpen met het uitlaten van de honden op dinsdag en vrijdag van 09:00 uur tot 11:00 uur(wel een legitimatiebewijs meenemen). Er is altijd een groot gebrek aan vrijwilligers die deze taak op zich willen nemen. Denkt u er eens over na en neem dan contact op met “helping the Perrera Dogs: https://www.facebook.com/Helping-The-Perrera-Dogs-462470107119863
IBAN  ES05 2100 6032 8602 0002 6542 t.n.v. JJ’s Puppy Rescue Association

Ik hoop echt dat deze oproep aan onze leden resultaat zal hebben.
Wilt u nadere info, dan kunt u per mail terecht bij Herman Cornelissen, hermancornelissen1@gmail.com de schrijver van dit stukje en die wellicht uw vragen kan beantwoorden, navraag kan doen, of u begeleiden als u bereid bent te willen optreden als vrijwilliger voor het uitlaten.

Vriendelijke groet,

Herman Cornelissen